Voertuiginformatie

Land Rover “Het meest veelzijdige automobiel ter wereld” is een kreet, die wij niet zullen ontkennen. Zeker de oudere typen waren beschikbaar in ontelbaar mogelijke uitvoeringen.
U kon uw Land Rover krijgen in diverse chassis-specificaties, wielbases en meerdere opties op het gebied van koets en uitvoering.

De Land Rover stamboom

De oer-Land Rover (een Series 1) had een 80-inch wielbasis, een hoekige koets, bladveren, een 1595cc motor en werd voor het eerst verkocht in juni 1948. De miljoenste (een Series 3) werd gebouwd in juni 1976, had een iets grotere wielbasis en motor maar in feite nog steeds dezelfde hoekige koets, bladveren en inschakelbare 4-wiel aandrijving. Dat betekent dat in de loop der jaren deze 4×4 icoon verder ontwikkeld is, maar nooit revolutionair. De Land Rover Series I werd na 10 jaar in 1958 door de Series II vervangen, in 1961 opgevolgd door de Series IIA. Deze laatste hield het wederom 10 jaar uit tot 1971, waarna de Series III op de markt kwam. Na ruim 13 jaar (en 14 jaar na de Range Rover!) werden deze ultieme terreinvoertuigen eindelijk met schroefveren en permanente 4-wiel aandrijving uitgerust. In het begin werden deze modernere Land Rovers aangeduid met hun licht vergrootte wielbasis (90 en 110 inch) maar bleven ze relatief Spartaans. Pas bij de introductie van de Land Rover Discovery (1989) kreeg dit type een naam: Defender. Het hoekig werkvoertuig wordt onder die naam nog steeds gefabriceerd in de fabriek in Engeland en heeft pas vrij recent airco, zijruitontwaseming en verlichte bedieningsknoppen gekregen. Milieu- en veiligheidseisen proberen vat te krijgen op dit icoon (Defenders hebben nog steeds geen airbag!), maar het is een uitdaging om de Defender te vervangen. Het conceptmodel DC100 is hiertoe ontwikkeld, maar is bij de serieuze gebruikers wereldwijd met scepsis ontvangen.
Naast het werkpaard icoon Defender, bezit het merk ook nog een luxe icoon, de Range Rover. Al in de jaren ’80 bleek dit type, met behoud van terreinwaardigheid, uiterst luxueus en werd gestaag via diverse verbeterde versies (P38, L322) steeds groter en luxer.
In het groter wordende gat tussen werkpaard en luxepaard werd in 1989 de Land Rover Discovery gelanceerd, initieel op de 100-inch wielbasis van een Range Rover, met veelal de motoren van een Defender. Ook de Discovery maakte in de loop der jaren verbeteringen door; de Discovery Series 1 werd in 1998 vervangen door de grotere Series 2 en deze eeuw door de Series 3 en 4. Afgelopen eeuw heeft Land Rover goed reclame kunnen maken met de Camel Trophy: veel nieuwe Land Rover typen werden daar ‘in de markt gezet’, van Land Rover Series 3 tot aan Freelander.
Afgelopen jaren zien we dat het merk Land Rover steeds meer voertuigtypen ontwikkelt, al dan niet duidelijk gepositioneerd tussen de bestaande typen. Zo ontstond in 1997 de Freelander, met het revolutionaire Hill Descent Control, mede waardoor het toch nog een beperkte terreinwaardigheid behield. En ontstond aan de onderkant van de Range Rover in 2005 de Range Rover Sport. Tussen de Range Rover Sport en de Freelander ontstond in 2011 de Range Rover Evoque.

Markante kenmerken van deze terreinvoertuigen

De meeste typen zijn opgebouwd rondom een stalen ladderchassis, waaronder 2 vaste assen met vrij grote wielen zitten met een grote wieluitslag (om zolang mogelijk aandrijvende wielen aan de grond te houden). Dat chassis is hoofdzakelijk samengesteld uit een stevige stalen doosconstructie, waarop stevige rechttoe-rechtaan bumpers zijn gebouwd. Defenders (en hun voorgangers) zijn in verschillende wielbases beschikbaar: kort, lang en extra-lang (sinds 1983) en dan ook nog met keuze in opbouw: stationwagon (personenvervoer), besteluitvoering (‘hard top’) of open bak (‘pick up’). Vanaf de fabriek kunnen zeer veel opties worden gemonteerd, sinds 1957 heeft het daarvoor zelfs het ‘Special Projects Department’, later ‘Special Vehicles’ genoemd. Dit resulteert o.a. in voertuigen met de meest aparte benamingen: ‘Light Weight’ en ‘101 Forward Controle’ zijn specifieke militaire uitvoeringen; ‘Dormobile’ is een campervariant; ‘CSW’ is de afkorting voor ‘County stationwagon’. Discovery’s zijn er slechts in 1 wielbasis variant (toegenomen in de loop der jaren). In de beginjaren was de Range Rover ook uit te rusten als werkvoertuig (ambulance, brandweer) en daarom waren er variaties in wielbasis en was er zelfs een 6×6 variant. De huidige Range Rover, Range Rover Sport, Range Rover Evoque en Freelander typen dienen veelal als personenauto, met een zelfdragende carrosserie (versus een gescheiden ladderchassis), een specifieke vaste wielbasis en onafhankelijk geveerde wielen.

Land Rover heeft lange tijd eigen (4- en 6 cilinder)motoren gebruikt in haar modellen. Als buitenlandse motoren noodzakelijk of mogelijk waren, werden ze altijd aangepast aan het terreinrijden. Dus aandacht voor o.a. hoog koppel bij lage toerentallen en zekerstellen dat bij grote hellingshoeken (45 graden of meer) de smeeroliesystemen nog steeds naar behoren werken.
Een belangrijke Land Rover motor was de 4 cilinder 2286cc benzine en dieselmotor. Deze is in 1958 voor het eerst geplaatst in de Land Rover Series 2 en verder doorontwikkeld tot de 2,5 liter (1983; Land Rover 110) en later is de dieselvariant zelfs voorzien van een turbo (okt. 1986). Pas in 1993 vervangen in de Defender door de 2,5 liter 200TDI (de Discovery had de 200TDI al vanaf 1989).
Een andere markante motor is de 3,5 liter V8 benzine, initieel gekocht in de USA. Gebruikt voor Range Rovers (vanaf 1970), Series 3 Stage One, Land Rover 90 en 110, Discovery Series 1 en vanaf 1998 vergroot naar 3,9 liter (initieel voor Range Rover, later ook Discovery).


De familie stamboom van Land Rover typen tot 2005