Wielremcilinderrevisie

Vroeg of laat krijg je er een keer mee te maken: Zwetende of lekkende wielremcilinders.
Zeker voor de Land Rovers die nog een zogenoemd enkelvoudig remsysteem hebben (tot Serie III) is het van belang om je trommels en wielen in de gaten te houden. Zodra je een lekspoortje op je band of een druppel aan de wielremtrommel ziet hangen en de betreffende vloeistof is transparant en heeft een beetje weeïge geur, dan is het zaak tenminste de betreffende remcilinder aan een inspectie te onderwerpen. Immers te weinig remvloeistof staat bij een enkelvoudig systeem onverbiddelijk gelijk aan geen enkele vorm van wielremmen. Ook is dit systeem van ver voor de tijd van een verplicht waarschuwingslampje op het remvloeistofniveau. Overigens kan ik uit ervaring spreken dat het gevaar van geen remmen ook geldt voor de Series III met een zogenoemd “gescheiden” remsysteem en waarschuwingslampje. Ik heb ervaren dat als bij dit systeem het voorste deel (gezien vanaf het rempedaal) van de hoofdremcilinder leeg is, het achterste deel van de hoofdremcilinder niet door het pedaal kan worden bediend. Gevolg: geen verplaatsing van remvloeistof, geen verschuiving van de schakelaar, geen oplichtend waarschuwingslampje en erger geen remmen!

 

Terug naar de wielremcilinder. Van de Serie II en III zijn deze cilinders eenvoudig en relatief goedkoop verkrijgbaar (onder de €10). Je kunt er dus voor kiezen om de lekkende of zwetende cilinder direct in zijn geheel te vervangen door een nieuw exemplaar. Dan kun je zeker weer even vooruit. Hoe lang dat even is, hangt van het gebruik van de Land Rover af. Als je die relatief weinig en toch af en toe off-road gebruikt, dan is mijn ervaring dat even wel eens zo kort kan zijn als 1 tot 2 jaar. Deze ervaring heb ik opgedaan in beginjaren van mijn Land Rovertijd, nog voor de tijd dat ik mijn beklag deed over de korte levensduur van de wielremcilinders bij mijn leverancier. Toen hij mij vroeg of ik de nieuwe cilinders voor het monteren wel eerst uit elkaar nam om ze met ATE (spreek uit aa-tee-ee) vet weer in elkaar zette.
Omdat ik alleen wist dat remolie en vet twee zaken waren die je vooral bij elkaar uit de buurt moest houden, dacht ik in eerste instantie dat hij mijn zwaar in de maling zat te nemen. Navraag bij een bevriende handelaar in auto-onderdelen leerde mij dat dit vet van de firma ATE een uitzondering was en speciaal is ontwikkeld om remonderdelen gangbaar en soepel te houden.

 

 

Na het uit elkaar nemen en met ATE vet weer monteren van nieuwe wielremcilinders (breng het vet vooral dik aan onder de stofkappen) bleek de levensduur inderdaad vertienvoudigen!  Als daarbij je ook de ontluchtingsnippel eruit haalt en met ATE vet weer terugschroeft, dan heb je en goede kans dat je een volgende keer niet direct de cilinder hoeft te vervangen. Schoonmaken en voorzien van nieuwe cups wordt dan ook een optie. Je hoeft dan alleen maar een revisie set te kopen van ca €1,-.  In plaats van het demonteren en monteren van de cilinder moet je er alleen voor zorgen dat je de cilinder van de aanslag ontdoet. Mijn ervaring is dat dit het beste lukt door een schuursponsje in de lengte richting in vier gelijk delen te knippen en deze met een op maat gemaakt houtje door de cilinder te halen totdat hij weer spiegelt (zie foto’s 2, 3 en 4). Na circa 15 minuten poetsen kan de cilinder weer met ATE vet van de nieuw cups worden voorzien. De cilinder kan dan zeker weer zo lang mee als een nieuwe.

foto 2

foto 3

foto 4

 

Bij het wisselen of schoonmaken van de wielremcilinder ga je als volgt te werk:

  • Auto opkrikken en wiel demonteren.
  • Dichtstbijzijnde remslang dichtknijpen (dat kan met speciaal gereedschap of met een lijmtang en twee stukjes hout – bij voorkeur afgerond aan de slangkant tegen insnijding-).
  • Stelschroef van de remschoenen terugstellen.
  • Ontluchtingsnippel opendraaien om evt. druk van de cilinder af te halen.
  • Remschoenen verwijderen.
  • Stofkappen van de cilinder verwijderen (of gehele cilinder verwijderen bij vernieuwing -> vervolg bij 9).
  • Binnenwerk naar 1 zijde eruit duwen (let op! Je krijgt 1 cup, zuiger, veer, zuiger en nog een cup).
  • Binnenwerk en zuigers poetsen totdat er geen aanslag zichtbaar is (en ze je tegemoet glimmen J).
  • Ontluchtingsnippel geheel uitnemen, schoonmaken en met ATE vet weer terugplaatsen.
  • Zuigers, nieuwe cups en veer voorzien van ATE vet en terugplaatsen.
  • Stofkappen aan de binnenzijde vullen met ATE vet en monteren.
  • Remschoen monteren en remschoenen fixeren (-bijvoorbeeld met een lijmtang over beide schoenen-).
  • Slangklem van remslang verwijderen en cilinder ontluchten (let op rempedaal heel langzaam induwen en voor opkomst de ontluchtingsnippel sluiten – dus bij voorkeur een klusje met een tweede stel handjes-)
  • Fixatie weg halen en remtrommel terugplaatsen en het rempedaal een paar keer stevig intrappen zodat de schoenen zich zetten.
  • Wiel monteren en remschoenen stellen met stelschroef (verdraaien totdat wiel vast staat en dan 1 heel tandje terug)
  • Controleren of wiel draait zonder echte weerstand draait (licht “aanlopen” is normaal).
  • Rempedaal stevig induwen (moet “hard” aanvoelen op ca. 1/3 van de maximale slag)
  • Controleren of wiel goed vrijkomt na de bediening van het rempedaal.
  • Auto van de krik halen, wielmoeren aandraaien en het klusje is gedaan.

 

Jos Bonekamp

Overdrive 2020